Halve Marathon, Veldhoven, 20 maart 2005

Zoals in een eerder verslag is te lezen heb ik een klein half jaar geleden, op 10 oktober 2004 mijn eerste halve marathon gelopen. Dat was in Eindhoven, mijn voorbereiding was maar kort, en ik werd ook nog geplaagd door een hevige verkoudheid. In de tussentijd ben ik regelmatig blijven hardlopen, zo'n drie keer per week. Meestal op zaterdagochtend een kilometer of twaalf, en dan nog twee keer door de week in alle vroegte voor mijn werk een rondje van zes tot acht kilometer. Sinds die Eindhovense halve marathon heb ik niets meer in georganiseerd verband gelopen. Ik had nog wel met de gedachte gespeeld om rond Kerst iets te doen, al of niet samen met mijn collega Erik de Vink. Dat is toen uitgelopen op een prachtige tocht met zijn tweeen van een kilometer of zestien door besneeuwde bossen op 28 december met ons huis als startpunt. Hoewel ik helemaal niet voor een specifiek evenement trainde was mijn voorbereiding nu toch beter dan in oktober. Kort geleden had ik op internet zien staan dat er op 20 maart 2005, vandaag dus, een halve marathon in Veldhoven gehouden zou worden. Dat is ook dichtbij, en een stuk kleinschaliger dan in Eindhoven, wat ik zeker prettig vind. Verder was de start 's ochtends, om elf uur, wat ik ook een veel prettiger tijdstip vind dan de twee uur 's middags van Eindhoven. Proberen dus maar.

Afgezien van de eerste kilometer bestaat de route in Veldhoven uit driemaal hetzelfde rondje. Sommige mensen vinden dat minder leuk, zeker het idee dat je na een kilometer of vijftien al bij de finish bent en dan nog een ronde voor de boeg hebt. Je kon ook korter lopen: een ronde of twee ronden, waarmee de afstand op respectievelijk ongeveer 8 en 15 kilometer uitkomt. Ik heb nog even gespeeld met de gedachte om voor de 15 kilometer te kiezen, maar ik was toch erg benieuwd hoe ik nu zou presteren op een halve marathon. Mijn vrouw vond het niet zo'n goed idee; blijkbaar ben ik op 10 oktober dermate afgepeigerd thuisgekomen dat zij dat niet voor herhaling vatbaar vond. Maar met mijn mededeling dat ik nu veel beter voorbereid was (een halve marathon is minder dan wat ik al maanden wekelijks loop), en ook niet verkouden, heeft ze zich er maar bij neergelegd.



Zo ging ik 's ochtends een uur of tien van huis, op zoek naar de atletiekbaan van Veldhoven waar de start zou zijn. Vanaf het begin bleek dat alles uitstekend georganiseerd was: richtingbordjes met GVAC (de naam van de organiserende Veldhovense athletiekvereniging) wezen de weg, en in de buurt van de atletiekbaan kwam een vrijwilliger op mij af met een advies waar ik mijn auto kon parkeren. In het gebouwtje bij de atletiekbaan kon ik me inschrijven. Dit had ook van te voren gekund, maar kon ook ter plekke. Ik kreeg een startnummer en veiligheidsspelden om het nummer vast te maken, en moest mijn naam en adres op een formulier invullen. Ik was ruim op tijd, maar dat was zeker prettig, zo kon ik op de atletiekbaan een rondje inlopen en wat rek- en strekoefeningen doen. Er waren een paar honderd deelnemers, dat is een veel overzichtelijker aantal dan de vijfduizend in Eindhoven. Ik kende er niemand van. Het was heerlijk weer: een lekker zonnetje, en 's ochtends nog een graad of tien, maar dat liep nog wel wat op. Zo'n tien minuten voor elf uur werden er wat algemene gegevens omgeroepen: wegens wegwerkzaamheden was de route anders dan andere jaren, en we moesten drie ronden lopen, en er waren in totaal zo'n vierhonderd deelnemers. Vervolgens konden we naar het startvak op de atletiekbaan gaan. Een heel verschil met het gedrang in Eindhoven waar de eigenlijke startstreep maar met moeite in de verte te ontwaren was. Ook hier mochten de wedstrijdlopers vooraan staan. Om precies elf uur klonk het startschot en konden we vertrekken. Ik had mezelf tamelijk achteraan opgesteld, en startte de stopwatch op mijn horloge precies toen ik de startstreep passeerde, maar dat scheelde maar een seconde of tien met de officiele tijd. Daar liepen we. Het eerste stukje was een volledige ronde over de atletiekbaan, toen gingen we de straten in en kwamen we door Veldhoven. Vooral door het oudere gedeelte, met oudere huizen. Een groot deel van de deelnemers droeg shirtjes van de GVAC, en ook aan de reacties van het publiek bleek dat veel mensen elkaars bekenden waren. Een echt Veldhovens gebeuren dus. Ook nu bleek de organisatie uitstekend: overal stonden vrijwilligers de route aan te geven en andere diensten te verrichten, zo waren er ook vrijwilligers met als taak om de andere vrijwilligers van koffie en thee te voorzien. Bij elk kruispunt stonden agenten het verkeer te regelen op een voor ons zeer riante wijze: het andere verkeer werd tegengehouden, en wij mochten ongestoord onze weg vervolgen. Na een kilometer of drie was de meest nuttige voorziening: bekertjes water. Bij zo'n afstand bij zonnig weer is het belangrijk genoeg te drinken, en dan is zo'n bekertje water precies wat je nodig hebt. Nu was er maar een zo'n drinkwaterpost, maar daar kwamen we wel drie keer langs, en dat waren precies de juiste plekken waar ik behoefte had om wat te drinken. Op een andere plek in de route was er nog wel een sponspost, maar dat is meer om je gezicht en nek nat te maken, en niet om te drinken. Een groot deel van de route liepen we op geasfalteerde fietspaden. De route ging niet alleen langs huizen, er waren ook hele stukken door parken. Daar was de route aangegeven met roodwitte plastic linten, en moesten we er soms met veel bochten doorheen slingeren. De vogels floten dat het een lieve lust was. De eerste keer dat ik de finish bereikte was na precies 40 minuten. Sommige kinderen deden deze route van acht kilometer, maar het zal zeker minder dan acht kilometer geweest zijn. Op de route waren kilometerbordjes geplaats, en de officiele acht kilometer kwam pas een stuk later. Bij het officiele bordje van 10 kilometer kwam ik na 53 minuten, dat was een stukje beter van de 55 netto minuten die ik in Eindhoven op die afstand had gelopen. Welgemoed liep ik verder, en na het volgende kilometerbordje realiseerde ik me dat ik al over de helft was. In het begin liepen we echt nog in een groep; nu ging de groep door het verschil in snelheid wat uitwaaieren, en liep ik misschien wel honderd meter achter mijn voorganger. Maar nog steeds werd overal het verkeer bij kruispunten voor mij tegengehouden, ook al was het alleen voor mij. Vanaf een kilometer of twaalf werd ik een aantal keren ingehaald door heel snelle lopers, die zaten blijkbaar al in hun laatste ronde. Toen ik de tweede keer de finish naderde hoorde ik ineens mijn naam omroepen: "daar komt Hans Zantema uit Eindhoven, hij gaat de laatste ronde in". De verslaggever baseerde zich natuurlijk op de lijst met nummers en namen, maar dit maakte mij gevoelsmatig een stuk minder anoniem tussen al die Veldhovenaren. Ik zag het nog wel zitten, deze laatste ronde, al ging het nu wel iets zwaarder dan in het begin. Ik vond het wel grappig om voor de derde keer steeds dezelfde herkenningspunten tegen te komen. Na achttien kilometer werd het wel zwaar, en lukte het mij niet helemaal meer om het hardlopen vol te houden, en ging ik het hardlopen enkele keren afwisselen met kleine stukjes wandelen. De laatste paar kilometer moest ik naar mijn gevoel veel meer bochten nemen dan dezelfde stukken in eerdere ronden. Maar eindelijk hoorde ik het geluid van de verslaggever en zag ik de letters "FINISH" die de eindstreep markeerden. Na precies een uur, 57 minuten en 20 seconden kwam ik daar overheen. Een royale verbetering van mijn tijd in Eindhoven: toen deed ik er twee uur en vijf minuten over. Toch had ik lang niet de kick die ik toen had: voor de eerste keer een halve marathon volbrengen doe je ook maar een keer in je leven. De finish was een paar honderd meter van de start waar ik mijn medaille kon ophalen. Een half uurtje later was ik weer thuis; veel minder kapot dan toen na de halve marathon van Eindhoven. Ondanks de watervoorziening onderweg was het drinken niet aan te slepen, maar daar is makkelijk in te voorzien.



Na een lekker warm bad heb ik 's middags nog met vrouw en kinderen gefietst en gewandeld, op zoek naar kikkerdril, maar dat was nog niet te vinden. Onderweg was het wel weer even wennen dat er voor rode stoplichten gestopt moest worden en er geen agent klaar stond om het overige verkeer tegen te houden.