Programmeren: Hoe peach³ Pascal programma's verwerkt

De volgende compiler opties worden i.h.a. gebruikt bij vertalen:

• -Mdelphi (Delphi Compatibility Mode); Er zijn echter enkele subtiele verschillen tussen FreePascal onder Linux en Delphi onder Windows:
  • FreePascal vereist dat een file als var parameter worden meegegeven (niet als const of als value parameter). In Delphi wordt const ook toegelaten, hoewel me dat fout lijkt.
  • Onder Linux zijn bestandsnamen case-sensitive (hoofd- en kleine letters worden als verschillend opgevat); onder Windows is dit niet zo.

• -gl (Line Numbers for Runtime Errors): Bij het optreden van een fout tijdens executie van het programma worden ook de relevante regelnummers aangegeven.

• -Ci (I/O Checking actief): Bij ieder in/uitvoer operatie wordt gecontroleerd of er i/o fouten zijn opgetreden. Is dat het geval dan wordt executie onderbroken met een foutmelding.

  Dit is bijvoobeeld het geval wanneer bij het inlezen van een waarde van het type Integer, een letter in de invoer staat (foutnummer 106), of indien gelezen wordt terwijl de leeskop het einde van het bestand heeft bereikt.

  In Lazarus wordt I/O Checking aangezet in de Compiler Options of door in de programmatekst de volgende compiler directive op te nemen:

    {$I+}
    

  In het project TUE Console Application (zie zip archief) staat deze controle aan.

• -Cr (Range Checking actief): Bij ieder operatie wordt gecontroleerd of het resultaat binnen het relevante interval valt. Is dat niet het geval dan wordt executie onderbroken met een foutmelding (i.h.a foutnummer 201).

  Dit betreft bijvoorbeeld

  • toekenning aan een variabele van een intervaltype:

        program RangeError1;
        var
          i: 0 .. 9;
        begin
          i := 5      { OK }
        ; i := 2 * i  { 2*i (=10) valt buiten het interval 0..9 }
        end.
        

  • indexering in een array:

        program RangeError2;
        var
          i: Integer;
          a: array [ 1 .. 5 ] of Integer;
        begin
          i := 0        { OK }
        ; a [ i ] := 0  { i (=0) valt buiten het index-interval 1..5 }
        end.
        

  In Lazarus wordt Range Checking aangezet in de Compiler Options of door in de programmatekst de volgende compiler directive op te nemen:

    {$R+}
    

  In het project TUE Console Application (zie zip archief) staat deze controle aan.

• -Co (Integer Overflow Checking actief): Bij ieder operatie van het type Integer wordt gecontroleerd of er overflow opgetreedt. Is dat het geval dan wordt executie onderbroken met een foutmelding (hoewel ik dat niet heb kunnen zien gebeuren).

  In Lazarus wordt Overflow Checking aangezet in de Compiler Options of door in de programmatekst de volgende compiler directive op te nemen:

    {$Q+}
    

  In het project TUE Console Application (zie zip archief) staat deze controle aan.

• -Ct (Stack Checking actief): Bij ieder procedure/functie aanroep wordt gecontroleerd of er voldoende ruimte op de stack is. Is dat niet het geval dan wordt executie onderbroken met een foutmelding (foutnummer 202).

  In Lazarus wordt Stack Checking aangezet in de Compiler Options of door in de programmatekst de volgende compiler directive op te nemen:

    {$S+}
    

  In het project TUE Console Application (zie zip archief) staat deze controle aan.

• -Sa (include assertion code): Code is generated for the Assert construct.

• -Sg- (No goto): Do not support the label and goto constructs.

• -Sh (use ansistrings by default instead of shortstrings): The type String (without size specifier) is interpreted as AnsiString.