Doelstellingen
- Routines (functies en procedures) gebruiken en definiëren
- Routine specificatie lezen en schrijven:
naam, parameters, contract (pre, post (procedure), ret (functie)),
global, return
- Lokale versus globale variabelen in routines
Oefeningen
- Lees het stuk over Verdeel en heers met routines uit
Leren Programmeren in Python, Deel 3.
- Doe enkele van de bijbehorende oefeningen.
N.B. Het is niet zo handig om interactief met routines te oefenen.
- Maak de practicumopgave
Sprong 3 (ook beschikbaar in PEACH).
- Maak de afrekenopgave
Sprong 4 (ook beschikbaar in PEACH).
- Lees de opgave goed door.
- Bedenk eerst testgevallen en beschrijf ze in sprong4.txt.
- Schrijf vervolgens de grote lijn van je ontwerp op in sprong4.txt.
- Ga daarna pas coderen in sprong4.py.
- Controleer vervolgens je code met al je testgevallen.
- Zend tenslotte je gecontroleerde programma
(bestandsnaam sprong4.py)
samen met je testgevallen en ontwerpbeschrijving
(bestandsnaam sprong4.txt)
in via PEACH.
Per koppel één inzending.
Zend opmerkingen over deze pagina aan
Tom Verhoeff