(Dutch) Binnen de politie worden veel applicaties gebruikt om opsporing- en handhavingstaken te vervullen. Deze applicaties maken niet alleen gebruik van gegevens die door de politie zelf worden verzameld, maar ook van gegevens van externe partners (bijvoorbeeld Rijkswaterstaat, Belastingdienst, etc.). Daarnaast verstrekt de politie ook gegevens aan externe partners (bijvoorbeeld o.b.v. een wettelijke verplichting, of o.b.v. een convenant). Dit geeft een complex netwerk van gegevensuitwisseling tussen applicaties van de politie en die van externe partners.

De afdeling Gegevensgebruik en –beheer (GGB) van de Dienst Informatiemanagement (IM) heeft de vraag: 'hoe ziet dit netwerk eruit, en wat kunnen wij er van leren met betrekking tot herinrichten van het relatiemanagement met externe partners?'. Het vermoeden is dat visualisatietechnieken het gevraagde inzicht kunnen geven. De afdeling IM hoopt daarmee beter zicht op de samenhang tussen de partners in de gegevensuitwisselingen te krijgen, en op de frequentie en hoeveelheid van deze gegevensuitwisselingen.

De opdracht bestaat uit een onderzoek naar geschikte manieren van visualisatie met betrekking tot bovenstaande vraag. De precieze invulling hangt af van de expertise en belangstelling van de student en wordt vastgesteld in overleg met de politie, TNO en de TUE, maar mogelijke onderdelen van de opdracht zijn:

• Itemanalyse van de gebruikers, hun taken, en hun vragen (wie gaan er straks werken met de visualisatie, en welke vragen willen zij precies beantwoord hebben?)
• ontwerp van een aantal varianten van visualisaties
• evaluatie (welke variant is geschikt voor welke aspecten?) en als onderdeel daarvan: wat is de meerwaarde van een 3D-visualisatie (bijvoorbeeld een 3D netwerkvisualisatie) ten opzichte van een 2D visualisatie?

In februari doet de Utrecht Data School (UDS) onderzoek op basis van een door de politie verstrekte dataset (dezelfde set als die voor TNO-TUE). Ook doet de UvA (Informatiemanagement) in januari een onderzoek o.b.v. deze set.). Elk onderzoek zet duidelijk zijn eigen accenten. De onderzoek zijn inhoudelijk en qua timing onafhankelijk van elkaar. Desgewenst kan wel over en weer (in overleg met de politie-opdrachtgever) informatie uitgewisseld worden.

De dataset bestaat uit de resultaten van een inventarisatie die gedaan wordt onder een grote groep functioneel beheerders. Naar afloop van de inventarisatie (medio januari 2015) zal de dataset naar verwachting bestaan uit de applicaties (ongeveer 500) en de dataverbindingen ertussen. Per applicatie zijn o.a. de eigenaar, locatie en namen van betrokkenen bekend. Per verbinding is de hoeveelheid data bekend in elk van de 2 richtingen (inkomend en uitgaand) en de atributen (de ‘velden’) van de data die tussen de applicaties wordt gestuurd.

Omdat de te visualiseren data vertrouwelijk zijn, is een screening van de student vereist. Dit betekent niet automatisch dat het onderzoek ook in een politiegebouw moet worden uitgevoerd (gebruik van politiesystemen is niet noodzakelijk). Het onderzoek vind in principe plaats bij TNO in Delft (afdeling Media and Network Services, groep Mediamining). Begeleiding vindt plaats vanuit de politie, de TUE, en TNO. TNO werkt regelmatig samen met de politie, en heeft in eerdere projecten visualisatie als middel ingezet. Die expertise en ervaring zal worden ingezet bij de begeleiding van de student.