Aantekeningen
Hier verschijnen bijzonderheden met betrekking tot college en instructie
en andere nuttige informatie.
-
Stelsels lineaire vergelijkingen
komen we tegen vanaf hoofdstuk 2. Meestal
gaat het om het oplossen van twee vergelijkingen (het `snijden'
van twee vlakken bijvoorbeeld).
Wil je wat meer weten over het oplossen van stelsels lineaire
vergelijkingen, lees dan vooral het bijgevoegde document.
Met name de eerste 7 bladzijden zijn
een goede aanvulling op het materiaal uit het college.
-
Na week 2 moet je in staat zijn vectorvoorstellingen van rechten en vlakken
op te stellen. Bijvoorbeeld, de vectorvoorstelling van het vlak dat door
de drie punten P=(2,3,4), Q=(1,-1,0) en R=(5,1,-1) gaat (je moet dan
steunvector en twee richtingsvectoren vinden). Ook moet je vergelijkingen
van vlakken kunnen opstellen. Bijvoorbeeld in de net besproken situatie.
Ook kun je vergelijkingen omzetten in vectorvoorstellingen en andersom
(bij een vlak).
-
Na week drie kun je van alles berekenen over de onderlinge ligging
van rechten en vlakken: (mogelijk) snijpunt van twee rechten,
snijpunt van een rechte en een vlak, snijrechte van
twee vlakken, de hoek tussen rechten of vlakken. Daarnaast heb je
een goed beeld van het bepalen van afstanden van punten tot rechten
of vlakken, afstanden tussen twee rechten. Hierbij speelt het begrip
`loodrecht' een belangrijke rol.